Vliegtuigberging
“Het Inlossen van een ereschuld.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn op Nederlands grondgebied bijna 6.000 vliegtuigen neergekomen. Deze vliegtuigen kwamen terecht in de grond, maar ook in de zee-, meer- en rivierbodem. De vliegtuigen waren van de strijdende partijen van de RAF (Royal Air Force), van de USAAF (United States Army Air Force) of van de Duitse Luftwaffe. Veel hebben er een noodlanding gemaakt en zijn destijds zonder problemen geruimd. Anderen boorden zich soms meters diep in de Nederlandse bodem. Hiervan zijn inmiddels honderden wrakken of de restanten geruimd, maar naar schatting bevinden zich nog tenminste 2.000 wrakken in Nederlands territorium.
Specifiek opsporingsadvies door multidisciplinaire aanpak
In ongeveer 400 van deze vliegtuigwrakken bevinden zich tot op de dag van vandaag stoffelijke resten van de gesneuvelde inzittenden. Hiervan is inmiddels een lijst samengesteld door SGLO (Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945) met 30 tot 50 gevallen waarvan tenminste de locatie bekend is en waarvan het vermoeden bestaat dat zich op deze locaties nog vermisten bevinden.
Graag dragen wij als ECG Air Branch ons steentje bij met het inlossen van de Nederlandse ereschuld: het vinden van de vermisten. Door ECG Air Branch in te schakelen voor uw vliegtuigberging haalt u in één keer alle benodigde deskundigheid in huis, waarbij voor ons het resultaat telt! ECG Air Branch kan u ontzorgen bij het gehele bergingsproces, waaronder:
- Historisch vooronderzoek
- Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten (OOO) en opsporing van grondverstoringen
- Milieu- en bodemonderzoek naar schadelijke stoffen
- Civieltechnische ondersteuning van het project
- Asbestinventarisatie en grondsaneringsbegeleiding
- Desgewenst archeologische ondersteuning en uiteraard de
- Grondherstelwerkzaamheden
Dit doen we uiteraard met enkel en alleen gecertificeerd en vakkundig personeel in samenwerking met de verantwoordelijke gemeente, de Stafofficier Vliegtuigbergingen (SOVB), de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) en tenslotte met het Bergings-en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL).
Veelgestelde vragen
De reden om wel te bergen kan veelvuldig zijn. Allereerst kan een wrak een (toekomstig) bouwproject in de weg liggen of het kan in een gepland kabel- of leidingtracé liggen. Het kan ook uit oogpunt van veiligheid: een vliegtuigwrak zit vaak vol met ontplofbare oorlogsresten, zoals vliegtuigbommen, munitie van de boordwapens (geschutmunitie en patronen), pyrotechnische munitie zoals seinpatronen en andere vliegtuiggebonden explosieven. Bij een vliegtuigwrak praat men vrijwel altijd over milieukundige aspecten: duizenden liters loodhoudende vliegtuigbenzine, honderden liters olie, hydrauliek oliën en aromaten, hecht gebonden asbest.
Nóg een belangrijke reden kan zijn: piëteit. In de meeste vliegtuigwrakken bevinden zich namelijk de stoffelijke resten van de bemanningsleden. Deze moeten met grote zorgvuldigheid geruimd en overgedragen worden aan de bevoegde instanties (BIDKL). In ongeveer 400 vliegtuigwrakken praat men zelfs over vermiste bemanningsleden. Speciaal daarvoor is een ‘Nationaal programma berging vliegtuigwrakken’ in het leven geroepen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Een eveneens door BZK geformeerde werkgroep bekijkt welke vliegtuigen in aanmerking komen voor een ‘kansrijke’ berging. Die bewuste gemeenten krijgen hierover vanzelf bericht van de werkgroep.
Een gemeente komt in aanmerking voor een volledige vergoeding, mits het bewuste vliegtuigwrak deel uit maakt van het ‘Nationaal programma berging vliegtuigwrakken met nog vermiste vliegers uit de Tweede Wereldoorlog’. Door zorg van BZK is een werkgroep opgericht, die bekijkt welke vliegtuigen ‘kansrijk’ zijn voor een succesvolle berging. Pas als dat het geval is, ontvangen bewuste gemeenten een brief ter kennisgeving van deze werkgroep.
In een dergelijke situatie moeten zich dus de stoffelijke resten van vermiste vliegers nog in het wrak bevinden. Is de bemanning onder diens eigen naam begraven, dan valt de berging onder de Bommenregeling met een vergoedingspercentage van 68%.
Door SGLO (studiegroep Luchtoorlog 1939-1945) is een lijst samengesteld met 400 cases van vliegtuigwrakken met daarin nog steeds de stoffelijke resten van vermiste bemanningsleden. Die lijst is gereduceerd tot ongeveer 60 crashes. BZK heeft de noodzaak erkent om deze vermiste mensen actief op te sporen en te bergen: Nederland hoopt hier haar ereschuld mee in te lossen. Door hetzelfde BZK is daarom een werkgroep geformeerd die van de lijst van 60 kijkt naar bergingen die daadwerkelijk succesvol, dus ‘kansrijk’ worden geacht. Dit zullen ongeveer 40 specifieke gevallen zijn. De gemeenten die dat betreft, worden ‘ontzorgt’ en krijgen een schrijven van de eerder genoemde werkgroep en zullen ook van de SOVB (Stafofficier Vliegtuigbergingen) worden voorgelicht.
In de Circulaire Vliegtuigberging van 19 oktober 2016, 54987 van de overheid en aanvullend in de brief van BZK van de minister van BZK drs. K.H. Ollongren, d.d. 16 oktober 2018, kenmerk 2018-0000820816 kunt u alles teruglezen.
Hecht gebonden asbest van bijvoorbeeld remvoeringen, radioactieve stof (Radium 226) van o.a. de vliegtuiginstrumentaria, loodhoudende vliegtuigbenzine, motoroliën, hydrauliek oliën en explosieve stoffen (deze stoffen zijn chemisch en giftig).
Vliegtuigbommen (afwerpmunitie) en submunitie (clustermunitie zoals kleine bommetjes of brandbommen), doelmarkeringsmiddelen, KKM met als specifieke bijzonderheid kleine 13- en 15 mm granaatjes van de Duitse boordmitrailleurs, 2cm en 3cm granaten, pyrotechnische munitie en ernstvuurwerken zoals seinpatronen, Handflammpatronen, rookmiddelen, KKM van persoonlijke bewapening, maar bijvoorbeeld ook vliegtuigspecifieke explosieve componenten.
Ogenblikkelijk de werkzaamheden staken en verzoek voor bergingssteun indienen bij: Commandant Logistiek Centrum Woensdrecht, postbus 8762, 4820 BB Breda. Deze zal de SOVB inlichten. Verder voorziet ECG Air Branch voor u een passend advies en denkt graag met u mee om u daar waar mogelijk zoveel mogelijk te ontzorgen.
Neem contact op met de Afdeling Vooronderzoek van ECG. Deze specialistische afdeling kan, uiteraard in samenwerking met ECG Air Branch, een betrouwbaar, historisch onderzoek uitvoeren en zodoende voor u nagaan welke locatie het betreft en hoe groot de omvang van het risicogebied is. Tevens kan nagegaan worden wat de explosievenlast van het toestel is geweest en wat het restrisico betreft. Een logische vervolgstap zou dan zijn om door ECG op de eventuele verdachte locatie een detectie onderzoek in te laten stellen. Na interpretatie van de data kunnen we dan zien of de bodem wel of niet vrij is van wrakdelen. Voor de vervolgstappen hierna adviseert ECG Air Branch u graag en vrijblijvend.
Neem contact op met de Afdeling Vooronderzoek van ECG. Deze specialistische afdeling kan, uiteraard in samenwerking met ECG Air Branch, een betrouwbaar, historisch onderzoek uitvoeren en zodoende voor u nagaan welke locatie het betreft en hoe groot de omvang van het risicogebied is. Tevens kan nagegaan worden wat de explosievenlast van het toestel is geweest en wat het restrisico betreft. Een logische vervolgstap zou dan zijn om door ECG op de eventuele verdachte locatie een detectie onderzoek in te laten stellen. Na interpretatie van de data kunnen we dan zien of de bodem wel of niet vrij is van wrakdelen. Voor de vervolgstappen hierna adviseert ECG Air Branch u graag en vrijblijvend.
De kosten van de berging hangen af van heel veel factoren. Zoals de grootte, de diepte, de ligging (land of water), welke civiel-technische ondersteuning er bij een berging nodig is etc. Van al deze benodigde werkzaamheden wordt zeventig procent door het Rijk vergoed.
Duitse vliegtuigwrakken vallen conform het oorlogsrecht onder ‘oorlogsbuit’, terwijl de Geallieerde wrakdelen officieel naar land van herkomst gaan. In de praktijk blijven de wrakdelen eigendom van de Bergingsdienst KLu, die het vervolgens in langdurig bruikleen geven aan musea of dat het gebruikt wordt voor een monument ter plaatse.